Je tekst is af! En dan?
Maanden- misschien wel jarenlang heb je eraan gewerkt. Je volgde schrijfcursussen, kreeg commentaar van meelezers, maar nu is het écht helemaal af. En dan? Hoe bied je een manuscript bij een uitgever aan? Waar moet je op letten? Wat zij de do’s en dont’s? De schrijftips van de komende weken zullen je wegwijs maken in de wereld van het boekenvak.
Een word-bestand is geen boek
Hoe val je op tussen de stapel manuscripten die een uitgeverij dagelijks krijgt aangeboden? Voor velen ligt het antwoord in de opmaak: de meest prachtig ingebonden en opgemaakte manuscripten – soms zelfs boeken – ontvangen we per post.
Zo’n over-opgemaakt manuscript valt zeker op, maar lang niet altijd in positieve zin. Het is alsof de auteur wil zeggen: jongens, hier is mijn meesterwerk, er hoeft niets meer aan te gebeuren, stuur maar meteen door naar de drukker! Maar zo werkt het natuurlijk niet.
Als een manuscript ‘af’ is, begint het werk voor de uitgeverij. Eerst ga je in overleg met een redacteur verder werken aan de tekst, waarvan jij dacht dat-ie perfect was. Het grapje dat het eind naar het begin moet, het begin naar het eind, en het middenstuk eruit, is in veel gevallen niet overdreven. Als de redacteur tevreden is, gaat de tekst nog langs een persklaarmaker en een corrector, die alle slordigheden, inconsequenties en taalfouten eruit halen.
Vervolgens wordt de tekst gezet, dat wil zeggen: opgemaakt als een boek. Het zetten van tekst is een vak apart en heeft veel meer om het lijf dan het mooi opmaken van een word-bestand. In overleg met de verkoop- en marketingafdeling wordt een omslagbeeld gekozen, bepaald of er illustraties in het boek komen en wat het formaat wordt. Allemaal keuzes die aan de uitgeverij zijn – natuurlijk altijd in overleg met de auteur.
Het heeft daarom weinig zin om veel tijd te besteden aan de opmaak van je manuscript. Probeer te allen tijden de indruk te vermijden dat je manuscript ‘af’ is, hoe tevreden je er ook over bent. Hieronder volgen 5 tips voor het indienen van je manuscript.
5 tips voor het aanleveren van je manuscript
- Kies een rustige bladspiegel en eenvoudige typografie: Times New Roman 12 en regelafstand 1,5.
- Laat iedere alinea inspringen met een tab, behalve na een witregel.
- Dialogen staan tussen ‘enkele aanhalingstekens’ en beginnen steeds op een nieuwe regel.
- Probeer cursiveringen zo veel mogelijk te vermijden – een cursief stuk tekst leest onprettig.
- Heb je ideeën voor een omslagbeeld of illustraties in het boek? Zet deze dan als suggestie [tussen vierkante haken].