Het basisplan voor een plot (deel 2)

Deze week geven we je het tweede deel van het basisplan voor een plot. Samen met de schrijftip van vorige week heb je nu de aanwijzingen voor het raamwerk van je roman. Je verhaal hoeft zeker niet op alle punten overeen te komen; regels zijn er, zeker in de literatuur, om verbroken te worden. Maar sommige principes zijn op vrijwel iedere roman toepasbaar, waarbij doorgaans als leidraad geldt: hoe simpeler, hoe beter. Lees ook nog eens de andere schrijftips door over perspectief, een geloofwaardig literair personage en taalgebruik.

  1. Breng het element tijd in stelling: de hoofdpersoon moet iets binnen een bepaald tijdsbestek voor elkaar zien te krijgen.
  2. Onthoud dat een schrijver een eigen universum creëert dat er voordat de schrijver dit allemaal opschreef of bedacht nog niet was.
  3. Houd de roman strak en laat hem niet alle kanten op waaien.
  4. Alles wat in een roman aanwezig is, is noodzakelijk en alles wat noodzakelijk is, is aanwezig.
  5. Denk progressief: elke zin moet iets toevoegen aan alle zinnen die aan deze zin voorafgingen.

Uit: Arie Storm, Het schrijven van een roman (Querido 2014).
Vanaf volgende week gaan we ons perspectief verbreden: onder andere met tips over de boekenwereld (hoe kom je binnen in ‘het boekenvak’?) en het schrijven van non-fictie.