Ik of hij?
Voordat je aan je roman begint, sta je voor een belangrijke keus: vertel je het verhaal in de eerste of derde persoon enkelvoud? Zoals Arie Storm schrijft, geeft de eerste persoon enkelvoud het verhaal een zekere urgentie, iets intens en onmiddellijks. De ik-persoon in een roman is nooit een objectieve, kalme verteller, die rustig observerend het verhaal uit de doeken doet. De ik zegt niet quasi-geïnteresseerd: ‘Hallo, hoe gaat het met je?’ maar: ‘Hé! Ik moet je iets vertellen… iets belangrijks!’
De derde persoon enkelvoud brengt meer rust en een zekere distantie in een verhaal. Zo kan de schrijver in de derde persoon enkelvoud eenvoudig een cameraperspectief hanteren, bijvoorbeeld: ‘Hij keek zonder gelaatsuitdrukking naar de jurk. Daarna glimlachte hij.’ We hebben als lezer geen idee – misschien wel een vermoeden – wat er in het hoofd van de hij omgaat. Vindt-ie het een mooie jurk, een lelijke? Of heeft de hoofdpersoon überhaupt geen uitgesproken mening?
Maar ook in de derde persoon kan je de lezer een inkijkje geven in de gedachtewereld van je personage. Schrijf bijvoorbeeld: ‘Een jurk. Nee, geen gewone jurk, maar een lelijke neonjurk. Hij dwong zichzelf opgewekt te glimlachen. “Fantastisch! Prachtig!”‘
Uit: Arie Storm, Het schrijven van een roman (Querido 2014).
Hoe moet je kiezen?
Denk na wat voor verhaal je wil vertellen en welke rol je hoofdpersoon daarin speelt. Laat je je hoofdpersoon vooral vertellen? Kies dan niet voor een ik-perspectief – de ik-verteller bezit immers geen bovenmenselijk observatievermogen. De derde persoon enkelvoud geeft je meer vrijheid om uit te zoomen terwijl je tóch, zoals in het voorbeeld hierboven, de lezer kan meenemen in de gedachtewereld van je personage.
Een ik-perspectief geeft doorgaans meer vaart aan een verhaal, maar je legt jezelf daarmee ook beperkingen op. Laat de ik niet zoiets zeggen als: ‘Al bij de eerste ontmoeting zag ik aan haar ogen dat zij iets verborgen hield. Een verborgen relatie? Of misschien wel een groter geheim, een moord?’ Ga dan voor jezelf na: hoe vaak is het mij overkomen dat ik bij een eerste ontmoeting een groot geheim bevroedde, alleen al door iemand aan te kijken? Nooit, zo zal het antwoord zijn voor de niet-paranormalen onder ons.
De keus voor de vertelvorm is niet definitief. Er zijn zat voorbeelden – lees bijvoorbeeld ‘t Jagthuys van Merijn de Boer – waarin van perspectief wordt gewisseld.
Wat heeft jouw voorkeur? Schrijf je je roman in de ik-vorm? Of kies je voor de derde persoon enkelvoud? En waarom? Laat hieronder je reactie achter!