Dag 1: structuur
Wat staat er op het spel? Wat ‘plant’ je om later als verteltroef tevoorschijn te toveren, wat is het tijdsverloop van het verhaal, is er een sub- of spiegelplot? Hoe verbind je het dramatisch doel met een bevredigend (niet per se gelukkig) slot? Welk (zelf-)inzicht bied je de lezer aan het einde?
We gaan in op de drie-akten structuur, gebaseerd op tegenstellingen en turning points. Ook als je de drie akten door elkaar gooit, je je verhaal begint met het eind of de tijd helemaal door elkaar husselt, dan blijft de opgave: hoe houd je je lezer tussen hoop en angst over hoe het verder gaat.
Deze eerste dag leert je structuur te herkennen, te benoemen en toe te passen op je eigen werk. Het klinkt als een tegenstelling maar uiteindelijk geldt: hoe beter je wordt in structuur, hoe vrijer en creatiever je kan vertellen.